Die badmeester van het 5centenbad heette ome Frits. Hij had een hele harde stem en als je iets deed wat niet mocht, dan galmde zijn stem door het bad. Hij kwam na zijn werk altijd een ijsje eten bij mijn ouders in de winkel. Hij woonde op de Insulindeweg. In de Indische buurt liepen ook altijd venters met bijvoorbeeld vis, fruit, brood en, niet vergeten, versewaar voor de beesten - dat was die man met die hoge stem. Ze hadden allemaal hun eigen roep. Tegenwoordig hoor je op de markt nog wel eens een mooie kreet. Ik heb daar in de Indische buurt een fijne tijd gehad.