Ook mijn jeugd heeft zich afgespeeld in Betondorp. We woonden op de Zaaiersweg, vlak achter het Huismanshof. Aafke de Jong en haar zusje Annie ken ik uit die tijd, net als haar vader en moeder. De Watergraafsmeerschool was misschien twee minuten lopen van mijn huis, en het Huismanshof was de plek waar we allemaal speelden. Vriendjes van school waren Jopie van Diejen en Auke Hartman. Ik was lid van de speeltuinvereniging aan het Onderlangs en van de operetteclub. Omdat ik niet kon zingen, maar wel toneelspelen, kreeg ik de spreekrollen. Ook op school werd veel toneel gespeeld, daar heb ik nog ergens foto's van.
In 1947 gingen mijn ouders verhuizen naar de Rivierenbuurt, dus ik ben al heel lang weg uit Betondorp. Ik herinner me nog goed de maaltijden tijdens de hongerwinter, die de kinderen enkele malen per week konden krijgen. Er zijn trouwens ook heel wat kinderen in die periode naar Friesland gebracht, een lange en gevaarlijke tocht per schip, waar mijn vader een van de begeleiders was. Hij was lid van het Noodcomité, georganiseerd, voor zover ik weet, door dokter Wagenaar.
Aafke (van die andere reactie) heeft mij nog bijles wiskunde gegeven toen ik op de middelbare school zat, want daar was zij erg goed in en ik niet. Op de Brink ging ik altijd naar de Bibliotheek, ofwel de Leeszaal zoals dat toen heette. Op de hoek zat de slager, en bakkerij Van Lente. Er was ook een kruidenier, van der Kaay of zoiets, maar daar kocht mijn moeder niet, want die (de kruidenier) was fout in de oorlog.