Ik was een jongetje van een jaar of veertien, zat nog op de lagere school. Na schooltijd hielp ik ome Willem zomers met ijs en 's winters met zijn wasmachinesweg te brengen naar de klanten. Ik hielp de wringers naar boven te brengen en zaterdags haalde ik bij de mensen het geld op. O ja, het was ook nog een duivenmelker. Ik zat veel bij hem, mooie sierduiven had hij en tevens was hij keurmeester. Ik heb veel geleerd bij hem. Tante jopie zorgte altijd voor een warme kop soep.Groetjes van Maarten.