Quote
> Aloys W.H.Janssen:
Ø Geboren in 1933 als een na jongste in een gezin van 10 kinderen 5 broers en 4 zussen. ik heb de oorlog dus bewust meegemaakt. Ik herinner mij dat twee ondergedoken broers thuis waren die eigenlijk te werk waren gesteld in Duitsland, toen er aan de deur werd gebeld, een zogenaamde moffenhoer kwam vertellen dat er die avond een razia gehouden zou worden in onze woonwijk. Zij had dit gehoord tijdens een avondje stappen met haar zus en een paar hoge Duitse officieren. Of het nu de officier geweest is die de waarschuwing gaf om haar buurtgenoten te beschermen of zij de waarschuwing ontlokte zullen we nooit meer weten, maar toen de razia inderdaad plaats vond, waren alle onderduikers uit de woonwijk gevlogen. Bijna zeker wel postuum, maar toch nog bedankt lieve MOFFENHOEREN.
Quote
Kijk hier wordt ik nu ineens blij van. Waarom? Zal ik u nu even mee geven, voor zover ik dit mondeling heb meegekregen van mijn moeder en Oma.
Mijn moeder en ook mijn Oma en haar wat jongere zusje, zaten in het verzet. Overigens was mijn moeder nog vrij jong, zo'n 18 jaren.
Mijn Oma en Tante Marijke gingen om met een hoge officier van het Duitse leger. Dit deed zij om zo achter geheimen te komen, en of eventuele informatie; hoe onbelangrijk ook. Te meer omdat elke informatie belangrijk kon zijn. Oma deed ook andere dingen, zoals het vervoeren van bepaalde stukken zoals documenten die vervalst moesten worden, doch ook vlugschriften. (weet niet of ik dit goed schrijf), vervalste bonkaarten om eten te doen vekrijgen, en of eventuele vervalste identiteitspapieren.
Doch het omgaan met die hoge Duitse officier deden zij op eigen initiatief. Zo hebben zij veel leed kunnen voorkomen, zoals ook als er razzia’s op touw waren gezet, vooralsnog zij deze informatie hadden gehoord, gelezen of via reductie logischerwijze kon doen vermoeden. Mijn Oma en Tante Marijke spraken en lazen heel goed Duits op een.perfecte manier. Zij hadden als kind jaren in Duitsland gewoond, samen met mijn overgroot ouders.
Na de oorlog, is ook zij gepakt en Tante Marijke niet; zat toen in Rotterdam en is haar dit bespaard gebleven. Oók het hoofd van oma is kaal geschoren en is er een poging gedaan om het hakenkruis in haar hoofdhuid te verkrijgen door middel van een naald en inkt. Een gedeelte is gelukt. Tevens is zij zo hard tegen het rechteroor geslagen dat zij rechts geheel doof is geworden.
Als kind gaf zij mij ooit aan het met trots te dragen, ofschoon ik het nooit heb kunnen zien aangezien mijn Oma een mooie kop met haar had, alwaar ik nu met mijn redelijke kale knikker zéér jaloers om ben.
Mijn Oma heette Lena Christina Plooyer - van Gerve. (roepnam: Lena) En woonde toen aan de Camperstraat 34 3 hoog. Zij had familie in de Transvaalbuurt, in de Pretoriusstraat en op de Vaalrievierstraat. Tevens had zij wat vrienden in de Kraaipanstraat zitten, waarvan er één ook in het verzet zat.
Mijn Tante heette Magdalena Christina Rosmalen - van Gerve (roepnaam: Marijke) En woonde aan de Middenweg, even voorbij de Hema.
Overigens, doch weet dit niet zeker of ik het mij goed herinner. Heeft zij mij ooit laten weten dat zij dit niet alleen deed, doch dat ook een andere dame in het spel zat, die hetzelfde deed. Of zij ook in het verzet zat, is mij nooit duidelijk geworden.
Waarschijnlijk is mijn Oma die dame geweest, waarvan ik redelijk kan doen vermoedden dat zij die dame was.
Ik hoop, of eigenlijk kies ik er voor dat dit verhaal een deel van het radertje zou kunnen zijn.
Met een gulle lach,
Ephraïm-John Tichelaar.