Mevrouw Olsthoorn-Settels is mijn oma. Hoewel ze al behoorlijk wat jaren teltm leeft ze nog steeds in Amsterdam-Noord en is zelfs nog behoorlijk vitaal voor haar leeftijd. Mijn eerste levensjaar heb ik mijn ouders (die toen nog geen eigen woonruimte hadden) gewoond naast de winkel. Later kwam ik als kind met mijn broer en moeder vaak op zaterdag bij haar langs in de winkel, nadat we eerst zwemles hadden in het nabij gelegen sportfondsenbad. Ik vond het toen al een heerlijke winkel waar je het gevoel had dat de tijd een beetje stilstond door het wat ouderwetse, maar erg gezellige interieur.
Achter de winkel was de pasfotokamer en daarachter weer via een donkere gang de kamer waar de foto's werden afgedrukt. In een altijd met vaag geel licht gehulde kamer werkte mijn grootvader aan het afdrukken van de zwart-wit foto's, waarvan men mij vertelde dat hij wel 80 verschillende grijsgradaties kon onderscheiden. In het donkere water van de brommende spoeltank heb ik veel foto's een
voor een langs zien drijven terwijl ik mijn kopje thee met koek dronk bij de oliekachel.
Achterin was de knalgele keuken (werkelijk bijna alles was geel) waar mijn broertje en ik ons af en toe vermaakten met het in stukjes snijden van afgekeurde foto's. Onder de keuken was de ontwikkelkelder. Helemaal aan het eind was in een soort verlaagde uitbouw de fotodroogmachine geplaatst, daar mochten we als kind niet komen omdat de machine erg heet was.
Er was achter de winkel een tuin die we via de keuken met een trap naar beneden konden bereiken. Op mooie zomerse dagen zaten we daar een enkele keer wel eens in ons kleine opblaaszwembadje onbezorgd te spelen.
Mijn moeder zegt altijd dat er over de winkel een heel boek geschreven kan worden met dingen die zij daar heeft meegemaakt. O.a. over de kelder die werd uitgegraven en waarbij bijna iemand in een afgedekte put viel van een boerderij die daar vroeger had gestaan. Over de overvolle muntjesmeter voor de elektra die om de paar dagen geleegd moest worden door het energiebedrijf omdat de stoppen roodgloeiend stonden vanwege het energiegebruik van de droogmachines in de winkel. Klanten, die de pas gefotografeerde film uit het rolletje trokken en vervolgens aan mijn opa gingen vragen of hij iets kon zeggen of de foto's goed gelukt waren (de film was natuurlijk ter plekke spontaan overbelicht). Over de kleurrijke mensen die in de naaste omgeving woonden. Met name een verhaal staat me bij omdat ik er zelf later ook nog een rol in speelde.
Er schijnt schuin boven de winkel of in elk geval erg nabij een zeer kleurrijke man te hebben gewoond die zich altijd als "herder" ontfermde over allerlei meisjes die aan lager wal waren geraakt. Toen mijn grootouders met hun kinderen nog op de Transvaalkade woonden hadden ze regelmatig te maken met deze man
aangezien hij door het vele drinken en lawaai een grote overlast was en menigmaal een gevaar voor zichzelf en anderen. Een van de onschuldigere voorvallen was bijvoorbeeld dat hij zich in dronken toestand, slechts in ondergoed gestoken zichzelf op straat had buitengesloten van zijn woning en daar door zijn geschreeuw de buurt wakker hield. Mijn oma, goedaardig mens als ze is, was altijd weer in de buurt om de scherven van dat soort situaties op te ruimen. Mijn moeder was als kind altijd heel erg bang voor hem. Heel veel jaren later toen ik als kind een bezoek bracht aan mijn oma in de winkel mocht ik een keer haar (in de buurt goed bekende) rode Mini auto wassen. Met een slang vanuit de winkel was ik bezig de auto schoon te maken terwijl er buiten mijn gezichtsveld een heel oud mannetje met een stok langs kwam langs strompelen. Omdat hij de waterslang niet zag liggen struikelde hij erover en dreigde te pletter te vallen op de stoep. Mijn oma die net was komen kijken hoe het ging met het autowassen, zag het gebeuren, sprong erachter aan en kon de man nog net overeind houden. Vervolgens liep de man toen zonder enig woord weer verder en toen mijn oma later dit incident aan mijn moeder vertelde hoorde ik dat het om diezelfde man ging.
De reactie van mijn moeder: 'Eindelijk gerechtigheid'. Volgens haar had mijn oma hem gewoon op de stoep moeten laten vallen en van alles laten breken als vergelding voor de moeilijkheden en de angst die hij destijds had veroorzaakt. Wraak genomen door de volgende generatie dus. Mijn oma heeft me verteld, dat ondanks zijn ongezonde levenswandel, deze man toch nog meer dan 90 jaar is geworden.
Wat is er na het sluiten van de winkel gebeurt? De reactie van Frank Roos heeft een paar vragen opgeroepen. In de laatste jaren van de winkel waren mijn grootouders al zo oud dat het werk hun steeds meer moeite kostte. Met zijn tweeën hebben ze geprobeerd de winkel zo lang mogelijk open te houden, maar ook met een aantal inbraken
en daardoor steeds oplopende verzekeringskosten bleek de situatie niet langer houdbaar. Wat ik van die periode weet is dat veel spullen door een opkoper opgekocht zijn, andere spullen, met name fotografische artikelenm heeft mijn vader (zelf fotografica liefhebber) overgenomen en een klein deel is nog naar hun woning in Amsterdam-Noord gegaan. Zelf heb ik als kind een aantal keren met veel plezier de oude super-8 films van o.a. Castle Rock, Laurel en Hardy e.d. uit de voormalige uitleen bibliotheek bekeken. Met een grote doos vol met films keken we dan op zondag in de achterkamer van mijn grootouders in Amsterdam-Noord. Nadat mijn grootvader overleed, heeft mijn oma nog een tijd daar gewoond, tegenwoordig zit ze in een aanleunwoning in de buurt. Tijdens die laatste verhuizing is ook nog veel verkocht aan een opkoper, maar waarschijnlijk staan de films nu bij mijn oom. Veel andere fotografica, waarvan veel nog van de winkel (camera's, projectoren van de voormalige bibliotheek,
filmsnijders, flitsers e.d.) hebben nog vele jaren bij mijn vader gestaan in allerlei vitrines, kasten en dozen. Na zijn onverwachte overlijden hebben mijn broer en ik een selectie gemaakt uit de wel 15 dozen met fotografica materiaal die daar vandaan kwam waarvan ook nog een groot gedeelte van de winkel. Aangezien mijn broer en ik zelf niet zoveel ruimte hadden is het meeste verkocht aan de fotografica vereniging in Houten. Een aantal typische Olsthoorn zaken heb ik gelukkig wel bewaard. Fotomapjes, zoals op de foto te zien zijn heb ik natuurlijk ook, andere voorwerpen met het Olstoorn stempel heb ik ook nog. De zitkruk van de pasfotokamer wordt nog dagelijks gebruikt. Een grote verlichte "ILFORD" klok uit de etalage is naar een goede vriend gegaan die dit soort materiaal verzameld en er thans zijn huiskamer mee opsiert. Een tweetal filmprojectors heb ik bewaard om zelf oude films van mijn jeugd te kunnen draaien. Een paar oude (nog werkende) fotocamera's uit de jaren 50-60, samen met wat ander klein materiaal zijn gebleven.
Als een heel bijzondere tijd en plaats in mijn jeugd heb ik deze winkel beleefd en ik denk er af en toe nog wel eens aan terug als ik mijn eigen jeugdfoto's bekijk, uit de fotomapjes van J.G. Olsthoorn.