Ik ben geboren in 1942 in de Tidorestraat 57 3hoog.
Ik ging naar de kleuterschool in de Bataviastraat met een juffrouw Kosie en Albers. De Kartinischool met Juffrouw Zwart, Kilian en Kelderhuis en meesters Bodart, Roze en hoofdmeester de Vries, daar ging echt gezag vanuit. We hadden vaak een schoolreisje naar Oud Valkenveen, erg fijn altijd. Om ongeveer 10.30 hadden de leraren en kinderen pauze op het Sumatraplantsoen. Wij woonden op drie hoog, waar ons gezin steeds groter werd en iedere keer als er weer een baby kwam moesten de oudsten in een kindertehuis, ik kan me nog goed herinneren, bv. het Marijkehuis op de Stadhouderskade, vlak bij de Heineken brouwerij. Ik ben altijd een slechte groente-eter geweest en in dat tehuis moest ik echt alles eten, bij spinazie altijd overgeven en die lui daar probeerden dat geforceerd toch naar binnen te brengen, afschuwelijk. ’s Morgens heerlijk vers brood, dan kregen we appelstroop op een lepel en die probeerde je uit te smeren over zoveel mogelijk sneetjes. Thuis werd ons verteld, dat de ooievaar een baby had gebracht, mooi he.
Op twee hoog woonden Opa en Oma Koning, die hebben het zwaar moeten verduren met zo'n groot gezin boven hun. Mijn moeder, ik hoor het haar nog zeggen als we een beetje onstuimig waren “denk toch aan de buren!” Hun zoon Anton, werkte in een bakkerij en ging iedere trouw met zijn fiets, die op het portaal geparkeerd stond, de twee trappen af. Mijn vader sleepte zijn fiets ook 3 trappen omhoog, hij werkte toen op het Rokin, de voormalige Nederlandse Bank, zo ging dat toen. In de straat hadden een goede atmosfeer. Tegenover ons kwam de eerste auto, een Ford consul van de glazenwasser Teiwis. Ik was de boodschappenjongen voor hun en waste de auto ’s zaterdags voor een gulden. Later kwam er een 2e auto, een Hilman, de naam was Reuter, hij was diamant slijper, ook die waste ik. Nog weer later kocht de zoon van onze melkboer Westland Joop, een Peugeot, nog een klant voor mij. Ik sta nog versteld hoe iedere dag weer de melkboer, bakker [Fop], de schillenman en vele anderen de drie trappen opkwamen. Het was een goed buurtje met zoveel soorten geloven zonder problemen. Natuurlijk haalden wij ook kattenkwaad uit, zoals spelen en vechten op het Jodemanussie, bewapend met griekse 'y'tjes (katapults), snelbinders van fietsen stelen voor dit wapen en kiezels van de ringdijk.
