De namen die ik me nog van die tijd kan herinneren is de (klasse) Leraar Leijendekker van M2D. Van een paar medeleerlingen de namen Gerard van Horn en Jaap van Leiden.
Systeem in die tijd was een algemeen jaar met schilderen, hout- en metaalbewerken.
Het tweede jaar moest je de keuze in een van de 3 richtingen gemaakt hebben. Ik koos voor de metaal omdat je vandaar uit weer in het 3de jaar richting de elektrotechniek kon. Dat laatste was mijn doel.
Alles had te maken met het feit dat ik op de lagere school al beslist had machinist bij de NS te worden.
De school had niet een al te hoge status maar de LTS Timorplein was in de verhalen echt de Bottum line.
Goede herinneringen en ervaring heb ik aan de school overgehouden. Toen mijn ouders na 2 jaar van de Indische buurt door het toenemende aantal kinderen naar Osdorp verhuisde bleef op de fiets of OV naar Oost gaan.
Het metaal bewerken had zo zijn eigen rituelen. We moesten met draaibanken schaafmachines en uiteindelijk een freesbank leren werken. Numerieke besturing was er nog niet. Om in een draaibank een stuk metaal in te spannen had je een z.g. draaikopsleutel nodig die moest je er ook weer uithalen voor je de draaibank inschakelde. Dat werd nog wel eens vergeten een enorme klap, pitten in het plafond en een boze leraar en corrigerende tik tot gevolg.
Technisch tekenen was wel mijn ding maar het vak schetsen gegeven door een leraar met de toepasselijke naam mr. Stift vond ik een drama. Mr. Stift spaarde in zijn kast onderdelen van passers e.d. die hij aan het eind van de lessen verzamelde, allemaal in kleine bakjes. Die bakjes stonden in een kast. Wij konden altijd eerder naar binnen en een leerling pakte de kast boven vast en rammelde hem vreselijk heen en weer. Het lawaai vertelde boekdelen. Gelukkig werd de onfortuinlijke kast tijdens deze les niet opengemaakt.
Het vak smeden zat ook in het metaalpakket. Dat werd gegeven door een wat oudere leraar, dhr. Gellens en werd heel oneerbiedig Opa genoemd. Aanvang les moest je eerst altijd het vuur aanmaken van het smid oventje. Daar voor zette de leraar altijd eerst de afzuig ventilatoren aan en werd de lucht onder het oventje weg gezogen. Handje houtkrullen kooltjes er op en dan aansteken. Het hele schooljaar was het van lang stuk vierkant staal rond smeden en dan een acht van maken en zo had je een schakel van je eigen gemaakte ketting. Dhr. Gellens was niet altijd in de klas en een gezamenlijke actie was je pook een rood heet puntje geven in het smidsvuur en dan in de vloer steken. Deze bestond uit houten blokjes in visgraat patroon gelijmd met teer op de stenen ondervloer. Dat wilde wel roken. Resultaat blauwe wolken in het lokaal. Dhr. Gelens had uit ervaring wel door als het stil was en je geen hamer op het aanbeeld hoorde, dan speelde er wat. Briesend kwam hij dan binnen. De eerste die hij te pakken kreeg tja. Eind van de les ging de ventilator uit want de volgende les moest zijn eigen vuurtje weer aanmaken. Dus het vuur moest uit. Wel zelf voor het verlaten klas de boel schoonmaken met stoffer en blik. Vele stoffers hadden echter korte haren omdat zij nog wel eens in het dovende vuur verdwenen voor een korte gril periode. Leverde ook weer veel rook op. Denk wel dat dhr. Gellens het erg moeilijk had met dat spul wat hij moest leren smeden.
Namen zoals Neusie (hr. Castermans) staan me ook nog voor de geest. Wat moet die man het zwaar gehad hebben met dat tuig. Er werd altijd wel wat uitgevroten. In de middagpauze stond er achter de school altijd een VW busje met snoepgoed en de verkoper zat altijd in zijn zak met wisselgeld te wroeten. Voor velen was het de bammetjes in de afvalbak en dan je zakgeld investeren. Je kon toen nog wat met een duppie.
Ook was het de opkomende tijd van de bandjes. Naast de school op de polderweg was een gebouwtje waar de Outsiders oefende. Er hingen altijd wel wat jongens rond die ook muziek aspiraties pretendeerde en inspiratie probeerde op te doen.
In het vierde jaar volgens mij was er nog een weekendje weg. Maar wel op de fiets van Mokum naar de Zilvermeeuw op Texel dus. Er kwam geen eind aan die Hondsbossche Zeewering. De Zilvermeeuw was iets voor groepsreizen voor de broodnodige team bilding van de Elektroklassen o.i.d.. Er vormde zich natuurlijk groepjes geestverwanten en in een van die groepjes was vermoedelijk de uitdaging ontstaan wie het aandurfde in zijn nakie van de duinen naar zee te rennen en weer terug. Een extroverte leerling had niet de minste moeite hiermee. Helaas had een leraar die "toevallig" in de buurt was de actie gezien en kon de naaktloper direct naar huis. Of hij er ooit geld mee gewonnen heeft wat hem ook uitgekeerd is, is mij nooit ter oren gekomen.
Via allerlei omzwervingen in het studie en arbeidsproces ben ik veel later een van mijn vroegere mede LTS leerlingen weer tegen gekomen, Jaap van Leiden. Hij werkte als technische man bij KLM Simulators op Schiphol Oost en ik was in die tijd Boordwerktuigkundige bij Martinair eerst op de DC-10 en later op de Classic 747. 2 schoffies die uiteindelijk nog best aardig terecht waren gekomen. Kan nu best wel melden dat de Don Bosco toch een goede basis voor techniek heeft neergelegd bij mij. Ik ben er nog steeds mee bezig.