Ik heb van 1944 tot 1975 gewoond op de Tugelaweg 78 3-hoog, dat is het enigste stukje Tugelaweg dat dwars op de spoordijk staat, we hadden dan ook een schitterend uitzicht richting Muiderpoortstation. Er was in 1944 niets meer te eten of te stoken. Ik was toen negen jaar en we begonnen met het kleinzagen van de deuren op de zolderverdieping (voor het noodkacheltje) en vervolgens (de oudere jongens en mannen) werden de vloeren van de leegstaande (joden-)woningen gesloopt en daarna de kozijnen en de deurposten. Na een paar maanden konden we dwars door de gesloopte huizen de speeltuin zien in de Joubertstraat. Eten kregen we uit de gaarkeuken, die stond aan de kop van wat nu de Populierenweg is, vlakbij het viaduct over de Beukenweg. Naderhand zijn de panden gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Op de hoek was bakkerij Verdoner (na de oorlog) en daar was het zondags altijd enorm druk want dat was een joodse bakker dus daar kon je op zondag vers brood kopen. Wij kwamen er wonen in 1944 vanuit hengelo in Overijssel. Mijn moeder ging naar het buro herhuisvesting en daar kreeg ze een enorme bos sleutels, allemaal van voormalige jodenwoningen en die man ze: "Zoek er maar eentje uit." Begane grond was een snoepwinkeltje, DE KINDERVRIEND, waar de jeugd in het speelkwartier snoep kwam kopen. Er was trouwens nog wat bijzonders met ons portiek, de rechterhelft was Tugelaweg 78 en de linkerkant Christiaan de Wetstraat 2. Dit zijn wat dingen die mij te binnen schoten bij het lezen van de verhalen over de Tugelaweg.