Hoe dan ook, het krantje wordt in het gehele dorp aangeplakt. Duidelijk een actie die niet zonder risico’s was. Gevaarlijk omdat de bevolking, buiten een paar duizend kloosterlingen, zieken en schoolkinderen in de kloosters, eigenlijk slechts uit 400 personen bestond. Opsporing van de daders zou niet al te moeilijk moeten zijn.
Na verloop van tijd besluiten ze ook om gegevens van de Duitse bezetter (het hele dorp Heel was door de Duitsers bezet) door te seinen naar de Britten. Het gaat in deze dan om Duitse stellingen en gevechtsposities. Daarop volgde door de Britten uitgevoerde precisie beschietingen. Voor de Duitsers genoeg redenen om opnieuw onderzoek te doen. Hun onderzoek leidt naar het klooster waar de beide broers Berden zaten ondergedoken.
“Op zondag 5 november 1944 omsingelen vijftig parachutisten het klooster en arresteren zij onder anderen Sylvester Berden, die als pater is verkleed. In zijn kamer worden twee radio’s, getypte radioberichten en schetsen van Duitse gevechtsposities gevonden. Zijn broer Jozef weet te ontkomen door over de Maas te zwemmen."
Sylvester is op de avond van 7 november 1944 op bevel van Max Ströbel (hoofd Sipo Maastricht) en generaal-luitenant Rosenheim (bevelhebber parachutisten in Heel) in Kessel-Eik gefusilleerd.”
Bron: WO2 slachtoffers.
De Ondergrondse Pers, 1940-1945, oorspronkelijk geschreven door Lydia E. Winkel, herzien door Drs. Hans de Vries (als PDF te lezen via Internet).