Wonen in het Linnaeushof
Ik ben geboren op het Linnaeushof in een van de bovenhuizen, op nummer 53 bv (= boven). Toen mijn zusje werd geboren, verhuisden we naar een iets groter huis, op nummer 55 bhs (= bovenhuis). Uiteindelijk kwamen we te wonen op nummer 61 huis, dat was na de geboorte van mijn tweede zusje. Er is ook overigens ook nog een broertje geboren.
We woonden midden in een kleine katholieke enclave.
Mijn ouders waren van een andere gezindte, maar veel aan het geloof werd er bij ons niet gedaan. Dat blijkt ook wel uit de schoolkeuze die onze ouders maakten. Met de R.K. Kerk op het Linneaushof hadden we niet veel te maken. Er woonden voornamelijk katholieken, maar we bemoeiden ons niet met elkaar. Het waren buren, aardige buren, maar verder hadden we niets met maar ook niets tegen elkaar. Je had wel contact. Zo weet ik nog dat er een leraar van het Ignatius College naast ons woonde. Toevallig dus ook uit het onderwijs. Dat was mijnheer Rooijmans (leraar geschiedenis). We kenden ze als buren (van nummer 62), maar over de vloer kwamen we niet. Op een bepaald moment is het gezin Rooijmans verhuisd naar de Nicolaas Maesstraat. Dat was omdat de dochters op het Fons Vitae zaten en dat was dichterbij. De zoon zou later naar het Ignatius gaan. Later zijn ze overigens weer terugverhuisd naar het Linnaeushof (op nummer 66 hs+1). Het was een groot gezin met acht kinderen.
Mijn vader was zelf leraar aan de Handelsschool in de Van Ostadestraat. Mijn grootvader (zijn vader, Opa Amstellaan noemden we hem, want daar woonde hij, was ook leraar). Mijn grootvader was onderwijzer aan een basisschool. Zo heeft hij lange tijd gewerkt op een school in de Transvaalbuurt, de Transvaalschool (Zie het verhaal van Maurice Ferares die bij “meester Holtzie” in de klas zat: Meester Holtzappel ).