Professor Hertzberger geeft een excursie in het Montessori College Oost, een gebouw dat hij ontworpen heeft. "Wat is de gedachtegang in uw werk? Welke eigenschappen moet een schoolgebouw als dit hebben?" vraagt iemand. "Ik ben geen onderwijsdeskundige, maar ik heb zelf op een Montessorischool gezeten," antwoordt hij "een architect is iemand die niets van alles weet, maar je krijgt met alle onderwerpen te maken. Mensen willen voortdurend iets nieuws. Het bankstel gaat zo weer bij het grote vuil want dan moet er weer een nieuwe komen. Er is veel keuzevrijheid. Op school gaat het om meer dan taal en rekenen. Ik ben voor klaslokalen, want daar is concentratie mogelijk. Maar het is nodig dat er mogelijkheden zijn tot veranderen of samenvoegen van lokalen." Hertzberger vervolgt zijn verhaal enthousiast: "Kinderen moeten vooral leren omgaan met elkaar. Er zal altijd wel wat gebeuren, ook ongunstig, maar risico's behoren we te nemen. En de plaats om elkaar te kunnen zien is buiten het klaslokaal. Schoolleven is een probleem van verliefdheid, van elkaar in de gaten houden". Hertzberger legt uit hoe hij dit doel bereikt: "Er behoren zoveel mogelijk plekken te zijn waar leerlingen kunnen rondhangen, uitvechten of aardig zijn met elkaar, samenzijn en zich ook kunnen isoleren. Ik hoop als architect dat dit gebouw hierbij helpt." Hij benadrukt dat een school net een grote familie is: "Mijn vrouw en dochter zitten ook in het onderwijs. Mijn dochter maakt mooie voorwerpen. Ik zie aan haar dat werkzaam zijn met de handen erg belangrijk is. Een samenspel van hoofd en hand. Ja, mijn volgende inspiratie voor een school zal dat 'werken met de handen' zijn."
Inspiratie voor een architect
Montessori College Oost: waar leerlingen kunnen rondhangen, uitvechten of aardig zijn met elkaar, samenzijn en zich kunnen isoleren.
3370 keer bekeken