Zand op den weg
Buslijn A van het Gemeentevervoerbedrijf Amsterdam reed van de Middenweg in de Watergraafsmeer naar het Leidsche Bosje. De route was precies 6200 m. en liep gedeeltelijk over de Hogeweg. De bus deed er 26 minuten over.
Deze bus, bijgenaamd de ‘Kraaienknip’, vervoerde vaak doodgravers en slippendragers van de Nieuwe Oosterbegraafplaats aan de Middenweg bij de Kruislaan terug naar de stad. Vanwege hun zwarte dienstkleding werden zij in Amsterdam ‘Kraaien’ genoemd. Zo kwam de bus aan zijn bijnaam.
Hij werd ook wel ‘Abortusbus’ genoemd. Deze naam ontleende de bus aan het feit, dat de grote wielen (zes stuks) voorzien waren van massieve banden, en nogal hotsten en botsten op de Amsterdamse kinderhoofdjes. Die bussen waren gebouwd op het chassis van afgedankte artillerietrekkers uit de 1e wereldoorlog. Achterin gezeten kreeg men bijkans wandelende nieren. Amsterdam kende in de twintiger jaren veel dienstmeisjes uit de provincie, die in de grote stad bij de gegoede families werkten en waarvan een enkeling wel eens ongewenst in verwachting raakte. Door nu achter in die bus plaats te nemen en een paar maal de rit naar de stad en terug te maken hoopten deze onfortuinlijke jongedames van dit euvel verlost te worden, vandaar de naam ‘Abortusbus’.
Ik herinner mij, dat op een dag zo’n bus van de Middenweg de Hogeweg opdraaiend, zo’n reusachtig loodzwaar achterwiel verloor. Het vloog de stoep op, door de ruit van een bloemenwinkeltje het souterrain binnen en verwoestte daar het hele interieur. Om in het achterkamertje tot stilstand te komen. Gelukkig waren er geen gewonden, maar de schade was enorm.
Daar hadden wij bij de tram nooit last van. Maar als één wiel eruit liep, ging het hele fornuis eruit.
Arie Geerding
Bron: Daar reed toen de Gooische