De blik ‘naar buiten’? (24)

Verteller: Poerimfeest in 1925. Nachaliël
Auteur: Frits Slicht Frits Slicht
Wetbuurt , Betondorp

Vergeleken daarbij heeft de Nederlandse jeugd een vorstelijk bestaan.

Een oproep! Titel van de toespraak van Philip Gompers.<br />Bron: NIW van 04 maart 1938, Historische kranten, KB.

Een oproep! Titel van de toespraak van Philip Gompers.
Bron: NIW van 04 maart 1938, Historische kranten, KB.

Alle rechten voorbehouden

In alle verhalen over de vereniging Nachaliël lijkt het wel of de vereniging naar binnen is gekeerd. Het lijkt wel alsof men geen aandacht heeft voor de buitenwereld en dat de vereniging zich vooral als religieus wil presenteren. Eigenlijk is alleen in het verhaal: “Oprichting van een Joodsche Sociëteit” sprake van aandacht voor de bredere politiek. Het is dan pas 1932!
In 1938 is er genoeg reden om te kijken naar wat er in de wereld aan het veranderen is. Een goed voorbeeld is het artikel in het NIW van 4 maart 1938. In dit artikel wordt ingegaan op de zorgelijke situatie van de Duitse Joden. Het artikel is geschreven door Philip Gompers en draagt als titel: “Aan de Joodsche jeugd in Nederland”.
Hij verwijst in de aanhef naar de feestelijkheden rond het jubileum van twee jeugdsjoelen in Amsterdam (Oost en Zuid). Wat heeft de jeugd het in deze twee stadsdelen dan goed, in vergelijking met haar joodse leeftijdsgenoten in het Derde Rijk. Zij worden daar gezien als paria’s en ze zijn praktisch vogelvrij verklaard. Zij moeten zelfs al apart naar school. Wat doet dit met hun weerbaarheid, wat met hun geestesgesteldheid? Zij zien familieleden en buren die vertrekken naar het buitenland om maar niet in de handen te vallen van het Naziregime en om maar niet terecht te komen in concentratiekampen.

Vergeleken daarbij heeft de Nederlandse jeugd een vorstelijk bestaan. Philip Gompers doet daarom de oproep om het in 1933 opgerichte “Comité voor Bijzondere Joodsche Belangen” meer steun te geven. De vluchtelingenstroom vanuit Duitsland naar Nederland is niet afgezwakt zoals men in 1933 hoopte. Er is daarom nog steeds geld nodig, ook van de jeugd!
Vandaar de volgende oproep:
”Spaart het geld uit op kleine geneugten, op cigaretten, reepen, bioscoop of voetbalwedstrijden. Gaat in laatstgenoemde voorstellingen nog wat goedkooper zitten. Bedenk, het gaat vaak om de toekomst van kinderen, in jelui leeftijd. Wij Joden zijn in de wereld nu eenmaal op elkaar aangewezen. Steunen wij elkaar niet, wie zal ons dan steunen? Zeg niet, ik ben maar een kind. ledere bijdrage, hoe klein ook, is welkom. Stuurt liever heden dan morgen uw gift. Er wordt op gewacht!!”
Bron: NIW van 04-03-1938.

Terug naar de Inhoudsopgave

-------------------------------------------------

Dit is verhaal nr. 24 uit een serie van 29 verhalen van Nachaliël.
Voor verhaal nr. 25 ga naar Naar een nieuw Joods leven.     

Alle rechten voorbehouden

228 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe