Mijn werkzame leven begon ooit precies hier, in het gebouw “De Eenhoorn”, als groentje van amper achttien jaar stapte ik de afdeling “Planning en Voorbereiding Nieuwbouw” binnen. Een mond vol, zeker, maar in werkelijkheid betekende het vooral veel leren kijken, luisteren en – als het even kon – vooral niet in de weg lopen.
Daar maakte ik voor het eerst kennis met iets dat zich ‘architectuur bij de politie’ noemde. Verwacht daar trouwens niet al te veel van. Het was geen parade van grootse ontwerpen of schitterende gevels, maar eerder een wereld waarin stoere plannen en nuchtere realiteit elkaar voortdurend in de weg zaten. Maar goed, doen alsof je weet waar je over praat – dat brengt je verrassend ver. En dus vandaag een ode aan het gebouw zelf.
Stel je voor: Amsterdam, jaren ’70. De stad bruist. De grachten zijn vol met vrolijke toeristen die op zoek zijn naar de beste poffertjes, terwijl de lokale bevolking zich een weg baant door de veranderende straten. De samenleving evolueert, net als de behoeften van de hulpdiensten. En daar, in de schaduw van het Amstelstation, verrijst een robuust gebouw dat meer lijkt op een fort dan op een gezellig Amsterdams grachtenpand. Dit is De Eenhoorn.
Waarom die naam? Verwacht hier geen mythisch wezen met een gouden hoorn, maar een echt werkpaard voor de politie, brandweer en GGD. Een plek waar in blauw geklede agenten, knalrode brandweerwagens en witte jassen van de gezondheidszorg elkaar vonden in een tijd waarin Amsterdam niet alleen harder, maar ook veiliger moest worden. De naam is een eerbetoon aan de laatste boerderij in de Watergraafsmeer die nog overeind stond (en staat), “de Vergulde Eenhoorn” geheten. En zo kreeg dit robuuste bouwwerk een naam die een vleugje nostalgie met zich meedroeg.
Een Architect zonder Ego
Laten we even stilstaan bij het ontwerp. Geen frivole tierelantijnen te bekennen. Het gebouw is het resultaat van de creatieve geest van de Dienst Publieke Werken, de stille kracht achter veel Amsterdamse overheidsgebouwen. We weten niet precies wie de architect was; misschien was het Ben Ingwersen, misschien een andere anonieme bouwmeester. Wat we wel weten, is dat dit gebouw is ontworpen met een doel: het moest dienen. Geen gedoe met esthetiek, maar pure functionaliteit. Dit was geen plek voor poeha, maar voor actie.
De grote parkeerkelders voor politiebusjes, ambulances en brandweerauto’s zijn niet zomaar ruimtes; ze zijn het hart van de operationele activiteiten. De werkplaatsen waar motoren en wagens worden opgeknapt, zijn plekken waar het echte werk wordt gedaan. De vergaderzalen waar agenten, brandmeesters en GGD-broeders hun plannen smeden om de stad veilig te houden, zijn getuigen van de serieuze bedoelingen achter de robuuste muren. Dit gebouw is geen architectonisch juweel, maar eerder een monument van Amsterdamse nuchterheid.
Van Brandweer tot Blauw: Verval van een Tijdperk
Jarenlang was De Eenhoorn een bruisend centrum voor hulpdiensten. Het gebouw was een levendige plek waar actie en samenwerking centraal stonden. Maar, zoals vaak in het leven, kwam er een tijd dat de dingen veranderden. De brandweer trok verder naar modernere onderkomens, de GGD vond andere, snellere locaties en zo bleef alleen de politie over. Nu staat De Eenhoorn er nog steeds, wat vervallen en verweesd, maar gelukkig nog altijd in dienst en waaraan Automatisering, Facility- en HR-zaken inmiddels zijn toegevoegd.
De blauwe uniformen zijn niet meer zo talrijk en de geluiden van sirenes zijn minder frequent. Maar als je goed luistert, hoor je nog steeds het echoën van gesprekken over veiligheid en gemeenschap. Dit gebouw is een stille getuige van de geschiedenis die zich hier heeft afgespeeld. En hoewel de tijd zijn sporen heeft nagelaten, is het nog steeds een baken van hoop en bescherming voor de stad.
Een Monument van Amsterdamse Nuchterheid
Dus, wat zegt dit gebouw over de stad? Het vertelt ons dat Amsterdam niet alleen draait om schoonheid, maar ook om functionaliteit. De Eenhoorn is geen plek die je op een ansichtkaart zou zetten, maar het is absoluut een plek die je in je hart moet sluiten. Het vertegenwoordigt de nuchtere houding van de Amsterdammers; een stad die weet dat niet alles mooi hoeft te zijn om effectief te zijn.
De Eenhoorn, met zijn robuuste uitstraling, is een gebouw dat nooit mooi hoefde te zijn. Het moest werken, en dat doet het nog steeds. Het is een symbool van de veranderende tijden en de aanpassing van de hulpdiensten aan de behoeften van de gemeenschap.
Dus als je ooit in Amsterdam-Oost bent en je passeert De Eenhoorn aan de James Wattstraat, neem dan een moment om stil te staan. Kijk naar de muren die verhalen vertellen van moed, samenwerking en toewijding. Een tijd waarin dit gebouw floreerde als een bruisend centrum van hulp en veiligheid.
In een wereld die vaak draait om esthetiek en oppervlakkige schoonheid, herinnert De Eenhoorn ons eraan dat de echte waarde ligt in wat iets doet en hoe het bijdraagt aan onze samenleving. Dat is het echte verhaal van De Eenhoorn: een stoer, onverzettelijk bolwerk in het hart van Amsterdam Watergraafsmeer.