In de jaren 80 van de vorige eeuw ontmoette Liesbeth tijdens een opleiding Aart Plantinga met wie zij bevriend raakte. Zijn moeder woonde in Amsterdam, aan de Bredeweg 2 in een huis waar ruimte was om studiebijeenkomsten te houden. Al spoedig werd duidelijk dat voor Aart dit huis verbonden was met traumatische herinneringen uit de oorlog. Hij vertelde dat hij als 14 jarige jongen op 12 mei 1944 thuis kwam en getuige was dat een oudere Joodse dame – mevrouw Goudsmit – van de trap werd gegooid door Duitsers die bezig waren met een inval in het huis. Nog 11 andere onderduikers werden opgepakt en afgevoerd naar kamp Vught. Aarts vader was toevallig net bij de kapper aan de overkant en die waarschuwde dat er overvalwagens voor zijn deur stonden. Hij kon toen nog ontsnappen maar is een paar dagen later toch gearresteerd. Het strafkamp Neuengamme stond hem te wachten en dat heeft hij niet overleefd. Van de opgepakte onderduikers heeft 1 vrouw het overleefd, hoewel zij net als de anderen via Vught en Westerbork werd afgevoerd naar de vernietigingskampen.
Na het overlijden van zijn moeder in 1990 vond Aart een brief van zijn moeder waarin zij hem vroeg de enige overlevende – zij wist dat die er was – op te zoeken. In de brief schreef zij de gegevens die zij wist van alle onderduikers. Aart heeft het geprobeerd maar het is hem niet gelukt. Omdat hij dacht dat deze vrouw -Willy van Praag – misschien naar Israël was geëmigreerd vroeg hij Liesbeth om voor hem te zoeken. Liesbeth verhuisde toen net naar Israël en heeft haar best gedaan, echter zonder resultaat. In 2001 keerde zij terug naar Nederland en hoorde toevallig op radio Noord Holland het programma van Hans van Willigenburg ‘ adres onbekend’. Zij besloot de gok te wagen en haar zoekvraag in te dienen, binnen heel korte tijd kreeg ze antwoord. Willy heette inmiddels Willy Wachtel-van Praag en woonde in het bejaardencentrum ‘Beth Sjalom’ waar een van de verzorgsters haar attent maakte op de oproep.
Willy was bereid om haar verhaal te vertellen, hoe zij als laatste onderduiker op de Bredeweg kwam waar haar a.s. schoonouders- de familie Lierens -al ondergedoken zat. Haar verloofde was hun zoon Sjaak Lierens , hij was betrapt met een vals identiteitsbewijs en had ondanks dat hij door kogels geraakt werd toch kunnen ontvluchten naar de Bredeweg. Willy woonde met Lenie, Sjaaks zuster, op[ de Ceintuurbaan en toevallig had Willy gezien dat Lenie op straat was opgepakt diezelfde dag. De grond werd haar toen te heet onder de voeten en ook zij vluchtte naar de Bredeweg. Lenie heeft de oorlog overleefd maar Sjaak niet.
Willy vertelde dat zij de kampen heeft overleefd omdat zij kon lassen en solderen, zij werd ingedeeld bij het Philips commando in Vught- waar ze wel te eten kreeg- en later In Auschwitz werd zij ook te nuttig bevonden om naar de gaskamers te sturen. Dankzij haar getuigenis hebben de ouders van Aart- Hendrikje en Nico Plantinga- in 2010 de Jad Washeem oorkonde postuum toegekend gekregen en zijn ze geerd als ‘rechtvaardige onder de volkeren’. Willy overleed kort daarna.
Na het overlijden van Aart in februari 2021 is Liebeth zich gaan verdiepen in het verhaal van de Plantinga’s; wat bracht ze tot hun moedige besluit om 12 Joodse mensen onderdak te bieden?
Al voor de oorlog had de familie een klein pension op de Bredeweg – zij woonden op 1 en 2 hoog , de bovenverdieping werd verhuurd- en zij boden daar o.a. onderdak aan Spanjegangers. Dat hing samen met hun idealen, zij waren lid van de C.P.N. en hadden contacten met het verzet. Aanvankelijk kwam er een verzoek van het verzet of zij hun huis wilden openstellen als doorgangshuis, ze hadden immers al een pension en dat zou niet zo opvallen. Na onderling overleg besloten Nico en Hendrikje dat dit hun plicht was en dat ze het moesten en wilden doen. Al spoedig waren er echter geen adressen waar de mensen naar doorgestuurd konden worden en zaten uiteindelijk 12 mensen in het geheim vanaf ongeveer begin 1943 op de Bredeweg verstopt.
Een heldenverhaal dat zeker een boek waard is en dat heeft Liesbeth nu geschreven .
Het heet Sluimerende Wonden Het boek is ook opgedragen aan alle slachtoffers van de Holocaust.