De kip die over de soep vloog.
Zondag 29 oktober 2023 kwam een groep mensen bijeen op het voorplein van De Nieuwe Ooster. We wandelden onder begeleiding van Jos van Hest naar het graf van Frans Pointl en al lopend bleek, dat er zelfs een bezoeker uit Limburg aanwezig was. Bij het graf van Frans waren er stoelen beschikbaar en al snel stak Jos gedreven van wal.
Frans Pointl werd geboren in Amsterdam op 1 augustus 1933, zijn vader Christiaan Pointl kwam uit Hallein in Oostenrijk en zijn moeder was Rebecca van Dam, een Joodse pianiste. Het gezin verhuisde naar Heemstede, Frans zijn ouders gingen uit elkaar in 1938. De jonge Frans werd daarna in een kindertehuis ondergebracht, in het weekend mocht hij thuis zijn. De jaren van de 2e Wereldoorlog, de Jodenvervolging en de relatie met zijn moeder zijn zeer bepalend geweest voor het leven en werk van Frans. In de oorlog is een groot deel van de familie van zijn moeder vermoord door de Duitse bezetter. Om aan deportatie te ontkomen doken moeder en zoon onder. Na de oorlog woonden zij samen in een kamer aan de Stalinlaan, die nu de Vrijheidslaan heet. Frans moest zorgen voor zijn 44 jaar oudere moeder, die door de oorlog en het verlies van haar familie zwaar getraumatiseerd was geraakt. Zij was erg steng en beschermend voor haar zoon.
In 1959 debuteert Frans met ‘Afscheid van de laatste lente’, gevolgd door ‘God in de porseleinkast’, waaruit Jos een gedicht voordraagt, waarin in de symbiotische relatie tussen Frans en zijn moeder naar voren komt. Ook het ‘Albanese wonderkind’ wordt uitgebracht, het openingsgedicht is ‘Voor mijn moeder Rebecca’:
mijzelf op de mond gezoend
op het scheerspiegeltje
een vinger gelegd
op je vragende gezicht
onder je grote zonnehoed
daarna die vinger gekust
Jos vertelt ons, dat Frans gezien kan worden als een stuntelaar en een loner. In 1953 overlijdt zijn moeder en Frans vindt onderdak bij de één na de andere hospita. Hier schrijft hij het boek ‘De hospita’s over. Hij had verschillende kantoorbanen, totdat hij tenslotte stopte met werken.
Op 55-jarige leeftijd begint hij aan de verhalenbundel ‘De kip die over de soep vloog’ naar een uitspraak die zijn moeder ooit deed over de dunne kippensoep, waar geen stukje kip in te vinden was. In 1989 komt deze bundel uit en hij wordt genomineerd voor de AKO- literatuur prijs. Frans wordt uitgenodigd voor een uitgelezen diner met de andere genomineerden, maar mijmert achteraf, dat hij toch liever een boterham met kaas thuis gegeten had. Hij wordt uitgenodigd om bij Adriaan van Dis te komen in het tv-programma ‘Hier is …Adriaan van Dis’. Dit betekent zijn grote doorbraak.
Frans blijft in Amsterdam op kamers wonen, in gezelschap van 2 zwerfkatten. In 2008 publiceert hij ‘Poelie de verschrikkelijke’ een bundel met kattenverhalen en kattengedichten. In 2013 komt zijn boek ‘De laatste kamer’ uit en hij geeft te kennen, dat hij hoopt niet lang meer te leven. Frans blijkt te lijden aan een ernstige, pijnlijke zenuwaandoening en wordt opgenomen in het Dr. Sarphatihuis. Eén van de toehoorders vertelt, dat zij regelmatig op bezoek ging bij haar oude buurvrouw, die daar ook was opgenomen. Ze speelde dan pim-pam-pet samen met haar en de andere bewoners, Frans deed mee en wat was hij verguld, wanneer hij kon winnen! Frans overlijdt in 2015 op 82-jarige leeftijd en wordt begraven op De Nieuwe Ooster.
Op zijn grafsteen staat geschreven ‘Van mensen eindelijk verlost’.
David de Poel brengt in 2019 zijn biografie over het leven en werk van Frans Pointl uit.
Jos van Hest en De Nieuwe Ooster, van harte bedankt voor deze mooie lezing, die uitlokt tot nog meer lezen!
Na afloop spreek ik 2 buurtgenoten, die voor het eerst het Nabestaandencafé hebben bijgewoond, dat elke laatste zondag van de maand van 11.00- 13.00 gehouden wordt in café Roosenburgh.
Beiden zijn ontroerd en erg onder de indruk, het spreken met mekaar over verlies, rouw en toch ook lachen heeft hen zichtbaar goed gedaan.
Wilt u op de hoogte blijven van lezingen en rondleidingen op De Nieuwe Ooster? Mail dan naar m.smeding@amsterdam.nl