Mogelijke bekeerling

Eerder verschenen in verhalenbundel ‘Onalledaags’

Oost-online noemt hem de chroniqueur van Oost: ‘In zijn maandelijks terugkerende “Onalledaags” schetst hij niet-alledaagse taferelen die hij in Oost tegenkomt. Zijn bijzondere blik laat een Oost zien waar velen aan voorbijgaan.’

Oosterpark

Oosterpark

Even is het voorjaar met een temperatuur die je de jas doet uittrekken. Het valt me op dat er vanochtend veel meer mensen in het park zijn. Ook meer bazen die hun hond uitlaten alsof de honden bij slecht weer niet uitgelaten hoeven te worden.
   Ik neem plaats op een bankje en geniet van de verkwikkende warmte. Op het bankje naast me duikelt een jonge man plotsklap voorover. Naast hem staat een nagenoeg lege fles whisky. Dat vormt voldoende bewijs voor me om niet in te grijpen. Roos kijkt verbaasd naar de wijd uitgespreide, lange jas maar ze slaat niet aan. Pas wanneer de dronkaard op handen-en-voeten naar zijn plek terug strompelt, komt ze in actie en wanneer de man een riedeltje terug blaft dan is voor haar de maat vol. Haar hoge blaf weergalmt door het Oosterpark. Na een hoop gestuntel en geklauter zit de man weer rechtop en is het voor Roos weer in de haak.
   ‘Ik kan niet meer weg,’ rochelt hij mijn kant op.
   ‘Nou dan zou ik dat laatste restje maar mooi laten staan.’
   Met een glazige blik kijkt hij me aan en knikt instemmend.
   ‘Blijf maar even rustig zitten.’
   ‘Ja meneer,’ mompelt hij gedwee.
   Geen reguliere drinker. Een onaangenaam bericht heeft hem vast verrast en dat heeft hij flink willen weg drinken op deze prachtige, zonnige voorjaarsochtend.
   Even later staat er een vrouw voor me. Mantelpakje, permanentje, nep parelkettinkje. In haar hand een foldertje dat ze me voorhoudt: JEZUS LEEFT EN KAN U REDDEN, staat er in rood gedrukt.
   ‘Vandaag niet mevrouw, het is me te mooi weer…’
   ‘Dankzij Jezus kunt u van de zon genieten meneer.’
   Ik moet toegeven dat ze zeer gevat antwoord geeft. Toch schud ik mijn hoofd. Dan loopt ze door. Geen ellenlange dialogen deze keer: dit is een doorgewinterd exemplaar. Mijn buurman is de volgende klant. De dronkaard krijgt de folder voorgeschoteld.
   ‘Kan ik uw arm lenen?’ vraagt hij plompverloren.
   Niet-begrijpend kijkt ze hem aan en buigt zich naar hem toe. Opnieuw vraagt hij om haar arm.
   Ze steekt haar rechterarm uit en hij hijst zich moeizaam aan haar op. Ze moet zich flink schrap zetten om niet uit balans te raken, maar het lukt haar. Met beide handen ondersteunt ze hem. De folder dwarrelt naar de grond. Traag schuifelen ze voort, maar bij het volgende bankje ploft hij als een te zwaar geworden last neer. Zij vleit zich barmhartig naast hem. De dame komt haar gelofte strikt na; zij deelt niet alleen domweg folders uit. In deze man heeft ze het ultieme slachtoffer gevonden. Een vijftal minuten later sjokken ze door naar een volgende bank. Het bekeren gaat hier in fasen.

Uit: Onalledaags, 2019.

Alle rechten voorbehouden

157 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe