Prachtig verhaal. Ik herinner mij dat mijn vader op die aardappelschuiten vaarde. Als die gleufhoeden even niet keken, dan schepte hij de nodige aardappelen op de grond zodat de mensen in ieder geval weer een maaltje hadden. Wij woonde toen (oorlogswinter) in de Diamantstraat. Later zijn we naar het Afrikanerplein verhuisd. We gingen iedere week met het pontje over bij de Marcusstraat naar de Diamantstraat. Daar woonde onze familie. Wij moesten met twee gezinnen in een betrekkelijk kleine woning omdat mijn vader bij de voedselvoorziening werkte en mijn oom en tante (kind van 8 plus baby) anders geen eten hadden. Een droevige tijd, maar ook een warme tijd met veel genegenheid naar elkaar. Als mama kookte (fornuis in de kamer) en dat gebeurde 's nachts, dan moesten wij de volgende dag altijd eten brengen bij de buurjongens van Volmer die beneden woonden en werkelijk uitgehongerd waren. Mijn moeder heeft er levens lang een trauma aan overgehouden en kon de laatste jaren van haar leven niet meer lopen en leefde van stoel op bed. Met name de joden heeft diep ingegrepen in haar leven. Zij heeft dat verdriet niet aangekund.
Al met al een fijne tijd later op het Afrikanerplein gehad. En een heerlijke tijd op de Oranje Vrijstaatschool bij juffrouw Hund. Een vrouw die een voorbeeld is geweest voor mijn hele leven. Ook zij was het die ons het respect bijgebracht heeft voor alle weggevoerde joden. Wij hadden dan op de speelplaats, bij de herdenkingsbank ieder jaar een defilee (verplicht bloemen meebrengen). Dank U juffrouw Hund!!!!!!