Maarten, hierbij ook een bijdrage van de Indische buurt van toen. Ik woonde vanaf mijn geboorte (1940) in de Sumatrastraat op 232, boven de garage van ome Ko, waar ik toen ook veel speelde. Maar omdat die garage in de oorlog ingevorderd was door de Duitsers, stonden daar veel DKW-jeeps gestald. Als kleine jongen was het daar een sport om van die soldaten een appel of een peer te zien af te troggelen, daar er in de hongerwinter van '44 weinig te vreten was. Toch was er een 'ome Heins' die mij geregeld met zijn Jeep naar de kakschool in de Bataviastraat een lift gaf. Schijnbaar was dat een goeie Mof, want iedereen wilde wel eens met hem mee. Ook stonden mijn vader en ik wel eens stiekem op het dak om naar de laag overvliegende vliegtuigen te kijken, en hoorde ik mijn vader mompelen... "zullen het de 'Tommies' (Engelsen) of toch die Moffen zijn". Ook kwam mijn vader soms hijgend de woning binnen rennen om direct achter het gordijn de straat op te kijken, omdat hij weer achterna werd gezeten door Duitse soldaten. Geregeld ging hij met de buren proberen voedsel te jatten op het spoorwegtraject bij de tunnel beneden de Ringdijk.Soms met succes, maar ook soms met een dodelijke afloop of een zwaar gewonde, omdat die moffen met scherp schoten. Ik zie nu nog steeds op mijn netvlies, als kleine jongen van 5, hoe op de hoek van de Soerabajastraat en Sumatrastraat bij de winkel van Mul (Centra) een Duitser stond te schieten op al die wegvluchtende mensen die net van het spoor vandaan kwamen. Dat was zeer hevig, en als ik nu mijn kleinkinderen zie spelen met bijvoorbeeld een Jeep, dan komen die herinneringen weer boven.