Vragen
01 - Hoe heet dit gebouw en wat is het adres ?
02 - Wie waren de architecten en wanneer werd het officieel geopend en door wie ?
03 - Hoe heette het vroeger ?
04 - Wat bevond zich op deze plek voordat dit gebouw er was ?
05 - En dan ben ik weer benieuwd naar jullie herinneringen aan dit gebouw.
Antwoorden
01 – Tropenmuseum of Kon. Instituut voor de Tropen –
Linnaeusstraat 2
02 - J.J. + M.A. van Nieukerken – 9 oktober 1926 – Koningin Wilhelmina
03 - Koloniaal Instituut
04 - Oosterbegraafplaats/Muiderbos
05 - Herinneringen
Hartelijk dank voor jullie inzendingen. Er waren 2 inzenders die alles goed hadden. Ook werden er weer leuke herinneringen verteld.
Bob Striethouldt vertelt dat de ingang (toen hij nog een jochie was) op de Mauritskade no. 63 was waar je een aantal trappen op moest lopen. Bij het tropenmuseum moet hij denken aan een wereld die hem een beetje geheimzinnig overkwam. Het rook er vreemd naar allemaal gekruide geuren en de muziek was ook zo, vooral op zondag. Dan trad er een gamelanorkest op.
De karakteristieke Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse dorpjes en natuurlijk de Indische kampongs blijven hem na al die tijd bij, al is hij er 40 jaar niet meer geweest.
Petra Pressler-Knaap heeft fijne herinneringen aan het Museum, want ze was lid van de jeugdbibliotheek, waarvan de ingang rechts om de hoek was. Veel woensdagmiddagen heeft zij daar doorgebracht met de 'Katjang' boeken en heeft zij er een liefde en interesse voor 'Ïndische' literatuur en (koloniale) geschiedenis aan overgehouden. Hella Haasse, Maria Dermout, Bep Vuyk, Szekely Lulofs, Couperus, allemaal fascinerend en vaak pijnlijk door de verhalen over ons Koloniaal verleden.
Wat zij geweldig vond als kind, was dat zij op een gegeven moment ontdekte dat je via een paar gangetjes stiekem in het echte museum terecht kon komen. Zij keek haar ogen uit en herinnert zich vooral het gamelanorkest dat ze ook nog eens heeft horen spelen. De prachtige wajangpoppen en de zo mysterieus aandoende oosterse wereld die zo tot de verbeelding sprak!
De oudere mensen hadden het altijd over het Koloniaal Museum. Ook weet ze nog dat er achter het museum, meer in de richting van het Instituut, oude grafzerken stonden.
Ze vindt het nog steeds een schitterend gebouw en mocht zij nog eens die kant op komen, zou zij er dolgraag nog eens een kijkje willen nemen.
Willem van Leeuwen ging als klein kind met zijn ouders 50 jaar geleden naar opa en oma in Oost en was onder de indruk van de brede trap aan de voorkant. Pas 40 jaar later, nadat hij al vele malen via de zijingang het museum en theater bezocht had, kwam hij voor de eerste keer via deze trap het gebouw binnen en stond perplex toen hij de marmeren hal betrad. Wat een pracht.
Nelson Sousa da Cunha woont al 32 jaar in Oost. Hij is er geboren en is ooit met de basisschool op bezoek geweest in het Museum en daar heeft hi jzijn eerste herinneringen aan. Doordathij al zoveel jaar bijna dagelijks langs dit gebouw komt en hij interesse heeft voor andere culturenis hij een paar jaar geleden lid geworden van het KIT. Dus voelt hij een band met dit gebouw.
Willy Kok-Jansen ging vaak op zondagmiddag mehaar vriendin Katja Wulving naar het Museum. Ze waren toen een jaar of 10 /11.
Ze vond het altijd mooi om te zien. Ook herinnert ze zich een grote opgezette krokodil die ze toch altijd een beetje eng vond. Net of hij je elk moment kon bijten. Er was een maquette van een karavaan. Die kon je dan laten rijden door op een knop te drukken.
Er was ook wel eens een optreden van Indra Kamatjojo ( ze weet niet of de naam goed is) die altijd verhalen vertelde over Kantjil en de Tijger . Ook werden er Indonesische dansen en muziek opgevoerd. Nadat ze hadden rondgekeken gingen ze schuilhokje doen in het museum. Je kon je overal verstoppen in al die nissen. Zo vermaakten zij zich de hele middag en dan liepen zij door het Oosterpark weer naar de Vrolikstraat naar huis.
Els Out herinnert zich een tentoonstelling over India met een stukje India en Bollywood nagebouwd. Haar dochter Maartje (destijds 12 jaar) vond het prachtig en kreeg een eigen programma met 'doedingen'.
Joop Jansen herinnert zich in de jaren vlak na de oorlog dat er een gamelanorkest was en de houten 3-dimensionale kijkkasten, wat hij als jong knaapje geweldig vond. Hij is er zeker van dat als je zoiets weer allemaal in zijn oude vorm terugplaatst, het bezoekersaantal zal stijgen.
Zijn zoons, inmiddels ook 50 jaar, hebben het er vaak over, hoe leuk ze dat toen vonden alhoewel het toen ook al was veranderd. De mensen reizen veel naar tropische landen en buiten de steden is daar niet zoveel veranderd.
Thuisgekomen willen ze dit weer proeven en door het zien in het museum herinneren ze zich die reis veel intenser.
Ricki Freen ging er vroeger bijna elke zondag heen want zij had van school een museumkaart. Die kostte toen wel een hele gulden! De kaart was het hele jaar geldig in alle musea van Amsterdam.
Het was 10 minuten lopen en het was een leuke speelplaats.
Vanuit de Meevaart in de Balistraat, waar zij woonde, kwamen zij in aanraking met TM junior dat toen pas nieuw was. Daar werden destijds projecten over de tropen voor kinderen georganiseerd.
Na loting kwam Bob Striethouldt als winnaar uit de bus.
Hartelijk gefeliciteerd.
Vriendelijke groeten,
Jo Haen