Wij waren jong, wij waren stoer, wij waren op jacht naar kieren en spleten. Wij hadden ieder een harde pijp (nee geen harde plasser, maar gewoon een harde blaaspijp) waar aan een of twee lege luciferdoosjes waren bevestigt d.m.v. geknipte ringen van een binnen band. Wij waren dus zwaar bewapend, en trokken de buurt in op zoek naar open staande ramen, en dan het liefst ramen waar achter vitrage hing te hangen. Onze munitie bestond uit stroken kranten papier ( deze staken stoer tussen de broek en ons pullovertje) een zo'n strookje draaide je om de wijsvinger en trok het opgerolde papiertje uit tot de vorm van een blaaspijltje . Nu kwam het onaangename moment, dat het pijltje in wording, in de mond gestopt moest worden ,om er een puntje aan te zuigen. En bij ieder pijltje kreeg ik weer kippenvel, ja.. je bijt toch wel op krantenpapier! En ja hoor.. daar woonde weer zo'n moedertje die zo nodig haar kamer moest luchten, en voor ons was het dus vuren op haar hagelwitte vitrage dat na vele raken schoten wel heel erg op hoogpolig tapijt begon lijken!!...Tja, in mijn jeugd jaren heb ik zeer waarschijnlijk al mijn pijlen al verschoten...Dus daarom lig ik hier maar te liggen...