Ook ik, Ko Koedijk zat op de Commelinschool bij meester Sanders (naar ik meen) en Jopie zat ook in dezelfde klas. Na schooltijd gingen we met z'n allen "op avontuur" in de buurt. Meestal de Dapperbuurt en het Oosterpark, maar soms ook de Indische buurt en zeker die spannende Rietlanden. Het was oorlog en ons vaste ploegje bestond uit jongens uit verschillende straten. Zo was Corrie Heersma uit de v. Swindenstraat, Klaas en Dickie Fijnhaar uit de Commelinstraat, waar ook Piet Rustenburg, Nelis Stek en Petje Hus woonden. Jopie uit de von Zesenstraat en ik woonde in de Celebesstraat hoek Javastraat en onze "gang" bestaande uit (als ik me goed herinner) 5 tot 10 avonturiers tussen de 8 en 11 jaar waren altijd op zoek naar granaatscherven en ander oorlogs spullen, maar ook zochten we in de Rietlanden naar kolen of ongeoorloofde snoeprolletjes en Consi cigaretten die voor het Duitse leger in de goederenwagons vervoerd gingen worden. Dat was dus "stelen van de moffen" Gewoon kwaaie jongens streken.
Op zo'n missie deden we dan ook onderweg spelletjes. En op een dag hadden we een vreemd spelletje langs het lozingskanaal waar we op komische manier deden alsof we van het taluut in het water rolden. En, naar ik me meen te herinneren viel Jopie ECHT in het water en dreef direct, met z'n gezicht omlaag naar het midden. Niemand van ons kon zwemmen en we begonnen te schreeuwen met z'n allen. Hierop kwam uit 1 van de bedrijfjes een man aangestormd, die meteen in het water sprong, Jopie optilde en naar de kant bracht. Jopie bewoog niet meer en de man nam hem, met zijn hoofd naar beneden over de knie en begon op zijn kont te slaan, terwijl wij trillend van de zenuwen toekeken. Na een paar minuten (het duurde voor ons wel veel langer) spoog Jopie het vuile water uit en kwam weer bij. Wat een opluchting voor ons allemaal. De man sprak ons boos toe dat we dat niet meer mochten doen en dat we direct regelrecht naar huis moesten rennen. Nou, dat hoefde hij ons geen twee keer te zeggen. Gelukkig heeft 't voor Jopie geen gevolgen gehad, maar wij bleven als groep wel hecht bij elkaar.
We hebben ook nog veel meegemaakt op die school, zoals ramen die kapot geschoten werden tijdens luchtgevechten boven de stad en dan vlak na de oorlog hadden we een onderlinge ruilbeurs voor oorlogstuig. Pistolen, munitie, zelfs granaten en hele geweren. Er werd veel spul van de Duitsers bij de IJselmeerdijk verbrand en wij wisten wel een slinkse manier om die half verbrande oorlogswaar ons eigen te maken.
Zelfs na ons loflijk ontslag van de Commelinschool bleven wij een clubje dat elkaar, misschien niet meer elke dag, maar toch wel vaak ontmoette. we lieten knalseiners van de Duitse spoorwegen in schuilkelders ontploffen en gooiden hele kogels op een vuurtje, terwijl we dekking zochten als de knallen afgeteld waren. Echte oorlogs kinderen en onze ouders wisten absoluut niks.
Dit eindigde rigoureus toen Corrie Heersma, op zijn geheime zolder, een granaat verkeerd opende en direct overleed. De politie wist ons allemaal te vinden en eiste dat we al ons materiaal zouden inleveren en aldus geschiedde. Teneergeslagen viel ons groepje uit elkaar omdat we allemaal op verschillende scholen zaten. Maar Corrie Heersma uit de van Swindenstraat (boven Bijl 3 hoog) zal voor altijd het sterkst in mijn geheugen blijven.